Voor dit
specifieke geval hoop ik dat de betrokkenen worden ontzien. Deze ingreep is
niet nodig. Zorgverzekeraars maken een veelvoud aan winst. De farmaceutische industrie
verdient wereldwijd alleen al op de medicijnen voor deze twee ziekten honderden
miljoenen. Legt de politiek zich neer bij het dictaat van de industrie, de
markt?
Waar ligt de grens van de prijs die wij samen
willen betalen voor medische zorg? Hoever gaat onze solidariteit? Wie eigent
zich het recht toe om anderen noodzakelijke medische zorg te ontzeggen, aan hun
lot over te laten? Wie speelt voor God?
Voor kostenbesparing wordt nu vooral gekeken
naar de uitvoering. Naar de behandelaars, de artsen, specialisten en de “handen
aan bed”. Niks mis mee maar volgens mij is er nog een wereld te winnen in het
circuit daaromheen, het medisch-industrieel complex. Te beginnen bij de farmaceutische
industrie en de producenten van dure medisch apparatuur.
Een jaar in een
verpleeghuis kost ongeveer 55.000 euro, een jaar in een AWBZ-instelling komt op
100.000 tot 150.000 euro. Het moment dat vader, moeder, uw gehandicapte kind of
uzelf te duur wordt nadert. Dan berekent een anonieme boekhouder op een spreadsheetje
dat uw tijd om is. Er hoeft zelfs geen mens aan te pas te komen. De computer
kan best zonder. U ontvangt uw vooringevulde overlijdensakte dan volautomatisch
in de mailbox. Da’s wel zo gemakkelijk.
Cynisch? Ja!
Onrealistisch? Ik hoop het! Feit is dat de kosten voor medische zorg exploderen.
De kloof tussen wat we willen en wat we kunnen wordt steeds breder. Dat leidt
tot een paradox. De waarde van een mensenleven is niet uit te drukken in geld.
Toch gaat dat gebeuren.
Ik heb geen pasklaar antwoord. We moeten ons in ieder geval niet laten ringeloren door de geldbeluste “markt”.