KLIK OP BOVENSTAANDE AFBEELDING OM NAAR DE HOMEPAGE/HOOFDPAGINA TE GAAN

vrijdag 27 januari 2012

Eenenzestig

Zo af en toe raak ik in een filosofische bui. Onlangs werd ik 61. De jaren gaan tellen. Dat gaat sluipend. Hier en daar een ongemakje, de botten willen niet meer als vroeger en af en toe is het zoeken in mijn geheugen, een naam waar ik maar niet op kan komen. Ik zie steeds vaker mensen om me heen wegvallen en ik ben in een fase waarin ik me afvraag wat nu echt belangrijk is. Nog maar ’n jaar of twee, drie terug keek ik vooral vooruit. Het verleden was er wel maar telde toch minder dan nu. Vooruit, vooruit, vooruit was het parool. Daar kwam langzaam een kentering in. Zoeken naar een ander evenwicht.

Ik heb nog volop ambities hoor, allerlei plannen, zowel in m’n werk als daarbuiten, maar als die niet zouden lukken dan is dat geen ramp. Tja, hoe moet ik dat duiden? Misschien word ik wat minder fanatiek, minder fel, neem ik onbewust wat meer afstand van de drang om van alles en nog wat te moeten. Trouwens, wat schiet ik daarmee op, wat wil ik bewijzen? Dat ik geen ouwe zak ben, iemand die meetelt? Waarom zou ik?

Ik doe nog volop mee in de race hoor. Maar ik merk dat ik wat meer onthecht raak. Ik kan me nog steeds opwinden over een kromme situatie zoals ik die ontwaar. Maar het is natuurlijk niet eendimensionaal. Het is en blijft allemaal betrekkelijk. Daarvan ben ik me overigens zo lang als ik me kan heugen van bewust. De maatschappij is niet verdeeld in zwart en wit. Heiligen en duivels daargelaten zijn mensen niet puur goed of puur slecht. De grijstinten overheersen.

Hoe lang heb ik nog te gaan? 10, 15, misschien 20 jaar? Zie ik m’n kinderen hun geluk vinden en ga ik van mezelf nog meemaken dat ik helemaal niets hoef? Ach wat, let er verder niet op. Het zijn zomaar wat mijmeringen van een vent die zichzelf in de weg zit. Voorlopig ga ik door. In de versnelling van mijn zesde decennium.