KLIK OP BOVENSTAANDE AFBEELDING OM NAAR DE HOMEPAGE/HOOFDPAGINA TE GAAN

woensdag 7 juli 2010

Revisie

Zodra er bestuurszetels vrijkomen raken politici verblind. Het pluche scheurt politieke overtuigingen aan flarden. Het gaat dan om de baantjes en de status die een ambt als wethouder, gedeputeerde, staatssecretaris of minister geeft. Een politieke overtuiging is aardig maar een politieke carrière is veel mooier. Jammer genoeg is de politiek vergeven van zulke figuren. Mensen die vooral een carrière op het netvlies hebben. Voor wie het gaat om persoonlijke ambitie waarbij de politieke boodschap slechts verpakking is. In Den Haag dreigt opnieuw zo’n scenario. Politici die elkaar vóór de verkiezingen bijkans afmaakten kruipen weer gezellig bij elkaar voor een stoelendans om de macht. En achter hen staan de kandidaten die het bij de verkiezingen niet gered hebben te trappelen om de vrijkomende Kamerzetels te bezetten.

Misschien oordeel ik te hard. Er zijn best mensen wier ambitie gedreven wordt door politieke overtuiging en het publieke belang. En in het bedrijfsleven speelt persoonlijke ambitie ook een grote rol. Daar wordt het juist gestimuleerd. Maar als die ambitie niet meer met het bedrijfsbelang spoort of als er grove fouten worden gemaakt dan is het snel afgelopen met de carrière. In de politiek gelden andere wetten. Op een enkele uitzondering na blijven politici gewoon zitten tot de volgende verkiezingen.

De politiek gaat opnieuw met mijn stem aan de haal en gebruikt die op een manier die ik niet wil. Ik drijf steeds verder weg van de politieke haantjes en hennetjes. Waarschijnlijk gaat mijn stem de volgende keer daarom óók naar een protestpartij. Ik zeg óók omdat velen net als ik langzamerhand doodmoe worden van die coalitie-spelletjes. De kiezer heeft niets meer te vertellen en kijkt knarsetandend toe hoe de handel in gebroken beloften verloopt.

Ons democratisch systeem is toe aan een opknapbeurt. De kiezer moet meer invloed krijgen. Anders loopt het systeem vast. Dat besef dringt echter nauwelijks door en ik zie voorlopig alleen maar tegengestelde bewegingen. D66, juist opgericht om verkalking van het systeem tegen te gaan, krabbelt terug en heeft de strijd voor referenda en gekozen ambtsdragers op een laag pitje gezet. Er zijn ook mensen die de politiek overzichtelijker willen maken door invoering van een districtenstelsel naar Brits model. Maar zo’n systeem geeft geen eerlijke afspiegeling van de wil van de bevolking. De meeste Britten willen er trouwens maar wat graag van af.

Er zijn mogelijkheden genoeg voor een democratische oppepper. Het referendum en de gekozen ambtsdrager zouden al stappen in de goede richting zijn. Of we gaan iedere twee jaar de helft van de kamer, staten of raad vervangen. Dat houdt partijen beter bij de standpunten waarmee zij ons vóór de verkiezingen naar zich toe gelokt hebben. Je zou ook kunnen kijken naar een kiessysteem waarin meer stemmen worden uitgebracht. Bijvoorbeeld een tweede stem die de voorkeur voor coalitievorming met een andere partij aangeeft. En het Duitse systeem, een mix van districtenstelsel en evenredige vertegenwoordiging, heeft ook aantrekkelijke kanten.

Dat er iets moet gebeuren staat voor mij vast. Maar ik heb er een hard hoofd in. Men lijdt het meest door het lijden dat men vreest. Dat geldt voor de meesten van ons. Ook voor politici.